Wat ik leerde van Milans schooltijd over mildheid, talenten en de wijsheid van pubers

~ Een puber die zichzelf leert kennen en omarmen, leert ons als ouders ook waardevolle lessen ~ Afgelopen week kreeg Milan zijn diploma en daarmee kwam zijn middelbareschooltijd ten einde. Een mooi moment om terug te blikken. Op worstelingen – die van hem én die van mij. Op keuzes en groei. En ook op hoe mijn puberzoon mij leert om mild te zijn voor jezelf – en vertrouwen te hebben in je eigenheid.

PUBERTEITEIGENHEID

7/17/20258 min read

Een diploma, en veel meer dan dat

Afgelopen donderdag kreeg Milan zijn diploma. En niet zomaar één: met prachtige cijfers én zowaar met plezier behaald. Hij straalde: van trots, zelfvertrouwen. De week ervoor liet hij me zijn CV zien – gemaakt voor zijn bijbaantje komende zomer – en ontdekte ik dat hij bij ‘interesses’ zelfs ‘leren’ heeft gezet. Twee jaar geleden was dat nog ondenkbaar. Toen ging het over overleven in plaats van ontwikkelen. Over de vraag: hoe help ik mijn kind uit zijn schulp kruipen en weer tevoorschijn komen? Weer zelfvertrouwen en plezier voelen?

Een vlotte start – en een harde botsing

Op de basisschool had Milan het makkelijk. Hij liep voor op de stof, werkte zelfstandig, en leek moeiteloos te leren. We hadden bewust gekozen voor een Montessorischool – passend onderwijs, afgestemd op het kind. Maar de praktijk was anders: de klas was weinig aandacht voor de voorlopers, en Milan verveelde zich. Steeds weer moest hij herhalen wat hij allang onder de knie had. Hij kreeg nauwelijks uitdagingen. Zijn oorspronkelijke nieuwsgierigheid doofde langzaam uit. Steeds vaker viel hij huilend in slaap en werd hij boos wakker.

De overstap naar een andere basisschool bracht verlichting. Nieuwe vrienden, een fijn team en lesmethoden die beter bij hem aan sloten, en hij bloeide weer op. Groep 8 werd weliswaar een vreemd jaar door Corona, maar door mooie cito-resultaten en een creatief afscheid – de eindmusical mocht toch voor ouders worden uitgevoerd; in de buitenlucht – zag hij popelend uit naar de toekomst.

Hij koos voor het gymnasium. Was enthousiast over de sfeer, het gebouw, de mensen en bovenal: de belofte van verdieping.

Coronatijd: van verbinding naar verwijdering

Maar toen kwam het begin van de middelbare school – midden in de coronatijd. Twee dagen per week was hij op school, de rest van de lessen liepen via Teams – of niet: omdat docenten dat technisch niet aankonden. Klasgenoten leerde hij nauwelijks kennen. Er was vrijwel geen mentorbegeleiding, geen structuur, niemand die hem leerde hoe te leren – iets wat op de basisschool nooit nodig was geweest, maar nu wel. Een kind met ADD (nog niet officieel gediagnosticeerd, al hadden professionals wel een sterk vermoeden dat dit speelde) in een onoverzichtelijk systeem.

Milan raakte steeds verder achter. De motivatie zakte weg. Wat begon als een klein verschil, werd een steeds grotere achterstand. In het begin probeerde hij bij te blijven, maar dat werd steeds moeilijker. Het had steeds minder effect en kostte steeds meer energie. Hoe leger hij raakte, hoe onzekerder en ongemotiveerder hij werd.

"Ik snapte het niet meer. De stof wel, maar niet wat er van me werd verwacht en hoe ik dat snel genoeg onder de knie moest krijgen." – Milan, 17 jaar

De onzichtbare last van ADD

Milan heeft waarschijnlijk ADD – een erfelijk patroon in onze familie. Bij ADD werkt de aandacht anders. Leren gaat niet per se minder goed, maar het vergt meer focus, meer herstelmomenten, meer visuele info in plaats van alleen teksten, meer overzicht. En precies dat ontbrak.

De combinatie van gemis van uitleg, gebrek aan begeleiding en leren leren, onduidelijke structuur in combinatie met de hoge snelheid, zorgde ervoor dat zijn zelfvertrouwen begon te wankelen.

Herkenbaar – want dat was mijn verhaal ook. Als tiener liep ik vast op het gymnasium. Mijn creatieve hersenen, vol ideeën en inzichten, lukte het niet om de nieuwe stof van vakken als talen, aardrijkskunde en geschiedenis erin te stampen. ADD in een schoolsysteem dat vooral afrekent op reproductie, niet op creatie, werd een struggle voor mij.

Ik bleef zitten in 5 VWO, niet omdat ik niet kon, maar omdat ik achter liep, door de pech van een hersenschudding dat niet meer kon inhalen voor de toetsen van het laatste trimester. Ik mocht over, maar durfde niet; vond het te schaamtevol om in 6 VWO te zakken voor mijn examens. Wat niet hielp was dat ik bang was toe te geven dat ik hulp nodig had. Ik had het gevoel dat ik het zelf moest kunnen. Dat je anders faalt, er op je neergekeken gaat worden – en ik misschien wel gedwongen zou worden tot bijlessen die niet pasten bij wie ik was. Dan liever het 5e jaar – vanuit eigen keuze – nog een keer doen. Had ik maar wat milder naar mezelf durven zijn. Gelukkig kon Milan dat wel naar zichzelf.

De kracht van een eigen keuze

Na drie jaar worstelen kwam er voor Milan een breekpunt. Hij kon blijven zitten op het gymnasium, of op het VWO van een andere middelbare school, of overstappen naar 4 Havo. Bij die laatste optie lichtten zijn ogen op. Meer rust. Meer ruimte. Niet achter de feiten aan, maar op adem komen. Tijd voor vrienden. Tijd voor zichzelf. Dat wilde hij.

We praatten er veel over. En wat me raakte: dit was geen opgeven, maar een weloverwogen beslissing. Hij koos niet voor de ‘status’ van een gymnasium- of VWO-diploma, maar voor een pad dat hem paste.

-> Wil je meer weten over hoe je de veerkracht van je kind kunt helpen groeien? Lees dan: “Over storm en veerkracht”.

Nieuwe school, nieuwe dynamiek

Op de Havo kwam hij in een hele andere wereld. De klas was samengesteld uit leerlingen met allerlei achtergronden: doorstromers uit Mavo, Havisten, leerlingen die waren blijven zitten. De sfeer was rauwer. De omgangsvormen veel directer.

Milan was verrast door de houding van veel klasgenoten. Brutaal, regelmatig ongemotiveerd, ogenschijnlijk onverschillig. Het voelde vreemd. Minder veilig. Maar hij vond het ook interessant: om te ontdekken hoeveel meer soorten mensen er zijn. En andere omgangsvormen. Hij vond gelukkig snel wat leuke vrienden. Die hadden wel een wat nonchalante leerhouding, wat invloed had op Milan. Maar ze brachten hem juist ook het leven dat hij zo had gemist: afspreken na school, gezelligheid. Het debatteam van school. Samen sporten. En zo ervaren dat er meer in het leven is dan alleen leren.

In het begin werd hij meegetrokken in die mentaliteit. Huiswerk? Nauwelijks. Inleveren? Iets te vaak iets te laat. Soms zelfs niet. Te laat komen? Regelmatig. Zijn cijfers zakten richting zesjes en onvoldoendes. Ik had zo gehoopt dat hij op de Havo, ondanks minder doen aan zijn huiswerk, wel hoge cijfers zou halen. Maar helaas. Nu weet ik: hij had het nodig. Die tijd zou nog wel komen.

Ik zag hoe hij ontspande – eindelijk geen stress meer – maar ook hoe hij zijn eigen potentie onvoldoende gebruikte. Dat was lastig om te zien. Toch besloot ik, na veel wikken en wegen, om niet in te grijpen. Niet weer te gaan duwen – na die drie jaren dat ik dat al met regelmaat had gedaan. Maar wel beschikbaar te blijven, vragen te stellen, enthousiast te reageren als hij zich wel inzette - en toen hij onverwacht zich aan sloot bij het debatteam van school. En vooral: ontspannen en optimistisch blijven en zijn proces blijven vertrouwen.

Vertrouwen is geen loslaten – het is actief aanwezig zijn

Wat ik leerde: vertrouwen is niet hetzelfde als “het maar laten gebeuren”. Het betekent aanwezig blijven, zonder dingen over te nemen. Laten merken dat je je kind ziet en open staat voor contact – ook als hij zich terugtrekt. En vooral: open vragen stellen, zonder oordeel, en oprecht nieuwsgierig zijn naar zijn ideeën, meningen, ervaringen.

In die tijd hebben we veel gesprekken gevoerd, juist over andere onderwerpen dan zijn schoolresultaten. Over zijn vriendschappen, over het verschil van de scholen en wat dat met hem deed, over hoe hij zich voelde, over games, muziek. Ik liet hem merken dat ik genoot van zijn groei als mens, dat ik vertrouwen in hem had, complimenteerde hem met stappen die hij zette. En langzamerhand zag ik zijn ontspanning en zelfvertrouwen weer toenemen.

En het werkte. In zijn examenjaar kwam er langzaam verandering in zijn leerhouding. Zijn profielwerkstuk – over de geschiedenis van het decimale stelsel – werd een onverwachte bron van motivatie. Hij werkte samen met een vriend, vond verdieping én lol. Ik zag hem ineens uit zichzelf een planning maken en bijhouden – en zijn vriend regelmatig motiveren om alles ruim op tijd af te maken. Hij oefende uit zichzelf voor de eindpresentatie en genoot ervan die te geven aan het publiek, terwijl hij er nooit van hield om alle aandacht op zich gericht te hebben.

Cijfers werden ineens achten en negens. Niet omdat ik duwde. Maar omdat hij de ruimte voelde om zelf te kiezen en zélf wilde ontdekken waar hij toe in staat was.

"Als je me gewoon wat meer mijn gang laat gaan, ga ik vanzelf weer aan. Ik krijg er pas zin in als ik het niet MOET doen, van jou, papa of school, maar als ik het zelf wil." – Milan, 17 jaar

Flow boven druk: leren mag ook leuk zijn

Wat bleek? Op de Havo zat Milan in een omgeving die qua tempo beter bij hem paste. Hij ontdekte dat hij leren leuk vindt – als er daarnaast ruimte is om te ontspannen. Juist daardoor kwam zijn potentie – na een jaar van eerst even bijkomen - wél tot bloei. Tegelijk merkte hij dat hij ook van verdieping en zijn best doen houdt – als het gaat over onderwerpen waar hij een natuurlijke interesse voor heeft zoals wiskunde, en als het op een manier gegeven wordt die past bij zijn (creatieve, soms dromerige)brein.

Dat vraagt van ons als ouders om opnieuw te leren kijken. Niet: wat is het hoogste niveau dat je kind aankan? Maar: waar komt mijn kind tot zijn recht, tot bloei?

Tot mijn verrassing heeft Milan het er een tijdje terug ineens over dat hij na een jaar HBO wil doorstromen naar de universiteit. Niet omdat klasgenoten dat doen en hij mee gaat in die flow. Niet omdat wij dat graag zouden zien of familie het verwacht. Maar omdat zijn liefde voor wiskunde daar meer tot zijn recht gaat komen. Die wending zag ik niet aankomen. Maar ik geniet van zijn intrinsieke motivatie. En mocht hij toch op het HBO blijven; even prima. Wat bij hem past.

Wat Milan mij leerde over mezelf

Toen ik kort geleden met hem terugblikte op zijn middelbareschooltijd, realiseerde ik me dat hij veel wijzer is in zichzelf accepteren dan ik op die leeftijd was – en nu ben... Zijn dromerigheid en onhandigheid ziet hij niet als iets om te overwinnen, maar als eigenschappen om te omarmen en ruimte te geven. Waar ik ging bikkelen om vakken onder de knie te krijgen waar ik slecht in was – waardoor ik weinig energie en tijd overhield om nog beter te worden in waar ik sterk in was of plezier uit haalde – vindt Milan het prima om die vakken los te laten, een zesje te halen en zo snel mogelijk te laten vallen.

Milan leerde me mildheid. Voor hem. Voor zijn brein. Maar ook voor mijn eigen verhaal.

Waar ik mezelf veroordeelde voor ‘falen’, leer ik dankzij hem met meer compassie kijken. Naar mijn toenmalige worstelingen. Naar mijn ADD, die ik pas op mijn 35e – na twee burn-outs - ontdekte. Naar mijn pogingen om toch mee te komen in een systeem dat me niet paste.

"Je was niet te weinig. Je had andere talenten en vaardigheden dan waar het schoolsysteem op ingesteld was." – wat ik nu zeg tegen de Sonja van 17 (en die van nu)

Je kind hoeft niet te worden ‘zoals het hoort’ – het mag worden wie het is

Als ouder wil je het beste voor je kind. Maar wat als dat ‘beste’ iets anders is dan je dacht?

Wat als de omweg, de misstap, de vertraging... precies de juiste weg blijkt te zijn?

Milan leerde mij dat ontwikkeling niet altijd ‘vooruit’ betekent – soms is het juist een pas op de plaats. Een andere afslag. Een zachtere route. En dat dáár de echte groei plaatsvindt.

Vijf mooie lessen die ik als ouder dankzij mijn puber(s) leerde

  1. Omarm je kind – en jezelf – zoals het is. Met alle sterktes en talenten, en alle zwaktes. Vertrouw erop dat juist deze mix aan eigenschappen prachtige dingen gaat brengen.

  2. Zelfkennis is een superkracht. Kinderen die snappen hoe ze werken, maken betere keuzes en zijn gemotiveerder. Ze herkennen beter wat bij hen past en wat hen energie geeft, en dat wat hen uitput en ze beter niet kunnen doen.

  3. Er is geen falen, alleen groeien. Milan heeft zoveel geleerd júist door zijn struggles. Net als ik, door die van hem én die van mijzelf. Dat heeft even tijd – en vertrouwen – nodig. Je kind en jezelf die ruimte en manier van ernaar kijken gunnen, is een groot cadeau.

  4. Flow is krachtiger dan druk of doorzetten. Als leren stroomt, onthoud je meer, leer je sneller én met plezier.

  5. Jij mag ook groeien. Ouderschap is geen eindstation, maar een voortdurend leerproces.

Meer lezen?

Benieuwd hoe je als ouder mildheid en vertrouwen in de praktijk brengt? Dit zijn blogs die goed aansluiten:

Herken je jezelf in dit verhaal? Heb jij ook een kind dat je onverwachte lessen leert?

💬 Laat het me weten in de reacties hieronder. Wat heeft jouw puber jou geleerd?

📬 Wil je vaker geïnspireerd worden?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang praktische inzichten en ervaringsverhalen over mild ouderschap, motivatie, puberteit, veerkracht en groei.

👉 Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen