Over walnoten en verwende werknemers

Laatst hoorde ik op een bedrijvenevent hoe meerdere van de aanwezige bedrijven worstelen met het vinden van goede nieuwe werknemers. Ze krijgen voldoende enthousiaste aanmeldingen, maar de eisen van die sollicitanten zijn torenhoog, ze willen alleen maar leuke klussen doen en zijn ook zo weer weg. Zou dat iets te maken hebben met hoe die generatie is opgevoed? En wat geef ik mijn kinderen (onbewust) voor werkhouding mee?

OPVOEDENZELFVERTROUWEN

9/18/20235 min read

Een van de werkgevers is zelf nog een jonge gast, ik schat eind twintig, misschien begin dertig. Hij heeft een leuk en op zich goed lopend bedrijf. Maar als hij vertelt over het vinden van nieuwe werknemers, kijkt hij met een mix van ongeloof en wanhoop. Het is een bijna onmogelijke klus, waar hij nu al een paar jaar tegen aan loopt.

Die net-nieuw-op-de-arbeidsmarkt-mensen hebben namelijk enorm hoge eisen: flink salaris, maximaal 3 of 4 dagen werken, sowieso vanuit huis, en binnen een jaar een sabbatical. “En de minder interessante klusjes die gewoon ook gedaan moeten worden? Die vertikken ze. Niet interessant genoeg. Draagt niet genoeg bij aan je carrière. Dus voor een wat hoger budget neem ik ze dan toch maar aan, want ik heb nieuwe mensen nodig. Maar tegen de tijd dat nieuwe werknemers net zijn ingewerkt, gaan ze er weer vandoor. Ze willen doorgroeien naar een managementfunctie en die konden ze hier niet krijgen. Maar een bedrijf vol managers gaat natuurlijk niet werken.”

De werkgevers zitten inmiddels met de handen in het haar. Ze proberen hun bedrijf draaiend te houden, maar dat blijkt bijna onmogelijk met die hoge eisen. Is het een verwende generatie, vraag ik me af. Is het een natuurlijk mechanisme door de tientallen jaren van welvaart, de vele hoge opleidingen, social media, influencers?

En natuurlijk vraag ik me af in hoeverre de opvoeding er impact op heeft. Ik hoor van veel ouders dat hun kinderen niets in het huishouden hoeven doen, want dan gaan de kinderen zo moeilijk lopen doen. En daar hebben de ouders geen zin in. Dan doen ze het liever zelf. Of ik hoor dat de kinderen niet mógen helpen, omdat ze het niet goed genoeg doen. “Dan kan ik het beter zelf even doen. Of ik vraag de schoonmaakster wel. Dan gebeurt het tenminste zo goed als ik wil.”

Hoe doe ik het zelf? En is dat handig, met het oog op later, als mijn kinderen werknemers zijn?

In het weekend erna ben ik in de tuin walnoten aan het verzamelen. Een best tijdsintensief klusje, maar ik vind het lekker om zo buiten bezig te zijn, de stilte om me heen te hebben. Daardoor voel ik ook niet de neiging om Milan – die zit te gamen – en Elissa – die net aan haar huiswerk zat maar nu alweer op TikTok – te vragen me te helpen. En ze komen ook niet uit zichzelf even een handje helpen (ook al was het interessante boek Jagen Verzamelen Opvoeden – ‘Wat we van oude culturen kunnen leren over het opvoeden van blije, behulpzame kinderen’ hier van overtuigd).

Terwijl ik bezig ben vraag ik me af: zorg ik hiermee dat mijn kinderen later verwende werknemers zijn? Die alleen de leuke dingen willen doen. En de minder leuke dingen die ook moeten gebeuren alleen op afroep en dan met gemopper. In plaats van dat ze het logisch vinden om bij te dragen aan het soepel laten draaien van het systeem. Of uit zichzelf kijken of ze nog ergens een handje kunnen helpen, bijvoorbeeld met een van de stomme saaie klusjes waar niemand van houdt?

Mijn opa en oma hadden vroeger een grote moestuin. Mijn opa vond het heerlijk om daar mee bezig te zijn, erover te vertellen, ons te laten zien wat er stond. En als we bij hen logeerden, hielp ik regelmatig mee met het plukken van de boontjes, oogsten van de bietjes of wat er die avond ook maar op tafel stond. En daarna vaak ook helpen schillen van de aardappels, doppen van de capucijnders (tot die keer dat er een beestje uit tevoorschijn kwam en ik zo schrok dat ik dat nooit meer durfde). Ik kan me niet herinneren of ik moest helpen, of dat het mocht. Alleen nog dat ik het heel normaal vond. En ook wel leuk, zo samen bezig zijn, met vers eten uit de tuin op je bord krijgen. Ik hielp denk ik ook niet lang mee, maar wel even. En daarna weer spelen.

Bij ons in huis had mijn moeder een schema gemaakt: één van ons drieën hielp haar met koken, de andere twee moesten afwassen. En ook met klusjes in huis hielpen we. De ene keer met plezier, de andere keer met tegenzin. Toch voelde het, ook als ik tegenzin had, als iets dat er gewoon bij hoort.

Toen ik op mijn 14e mijn eerste vakantiebaantje had (geestdodend saai en vermoeiend werk in een wasserij, waarbij ik de hele dag moest staan, halverwege de dag al zere voeten had en zere vingers van het hete ziekenhuisspreien door de mangel halen), was ik niet echt pro-actief maar ik werkte wel door en mopperde niet. Probeerde lol te halen uit het steeds efficiënter en sneller doen en mezelf zo te verbeteren. De baantjes daarna, waaronder jaren in de horeca, deed ik de leuke en ook de stommere klusjes even vanzelfsprekend.

Qua opvoeden van mijn kinderen; ze helpen regelmatig met koken of de afwas. En eens in de 2 weken (als ze in het weekend bij mij zijn) moeten ze helpen met was ophangen, stofzuigen, dweilen, wc schoonmaken en hun eigen schone was opvouwen. Een todo lijstje waarmee ze zelf invloed hebben op welk klusje ze oppakken en zelf het moment mogen bepalen helpt nogal eens. Vaak krijg ik eerst een flinke zucht en wat gemopper horen, maar ze doen het wel en regelmatig klaart hun bui op zodra ze bezig zijn.

Zouden zij later van die werknemers worden die wel hoge eisen stellen, maar zichzelf teveel vinden voor oninteressante klusjes en lagere posities? Of niet? En wat is goed?

Ik denk dat ik zelf wel een beetje meer-eisender had mogen zijn. Ik heb mezelf door mijn dienstbaarheid qua carrière kleiner gehouden dan wat in me zat/zit denk ik (alhoewel mijn privéleven al zo turbulent was, dat het fijn was dat dat werkleven in ieder geval stabiel en soort van rustgevend was). Ook denk ik bij nader inzien ook dat ik over het geheel gezien meer tijd aan energieneutrale of energievragende werkzaamheden heb besteed dan aan energiegevende.

Wat is de juiste manier van werknemerschap? Wat voor instelling hebben we nodig om onze maatschappij, onze wereld goed te laten draaien en tegelijk goed voor onszelf te zorgen? En (hoe) heeft onze opvoedstijl daar invloed op?

Ik weet het antwoord ook niet. Maar ik vraag het me wel af. Ik denk dat het goed is dat we tegenwoordig bewuster zijn van wat ons persoonlijk drijft, energie geeft, inspireert en daar werk van te maken. Tegelijk moeten de rotklusjes ook zo af en toe gebeuren. En niet alleen door ‘een ander’. Samen even de schouders eronder, daar wat leuks van maken, en dan weer verder met de leukere klussen. Zoiets?

Ik denk dat we vanavond samen bezig gaan met wat van de grote hoeveelheid walnoten kraken. We eten ze allemaal graag, dus dan is het logisch dat ook allemaal wat tijd steken in de voorbereiding ervan. Als we het samen doen krijgen we snel een boel gedaan. Misschien zit de uitdaging wel in van de saaie klussen iets leuks maken, zodat we er energie uit halen. En laat ik daar nou best goed in zijn.

ZELFVERTROUWEN, KLUSJES, OPVOEDEN

How to Raise Successful Kids -- Without Over-Parenting

Door kinderen op te zadelen met hoge verwachtingen en hun leven bij iedere stap te beheersen, helpen ouders hun kinderen niet. Tenminste, dat is hoe Julie Lythcott-Haims het ziet. Met passie en ironie pleit de voormalige decaan voor eerstejaars studenten op Stanford ervoor dat ouders ophouden het succes van hun kinderen te definiëren in termen van cijfers en testscores. In plaats daarvan, zegt ze, zouden ze zich moeten focussen op voorzien in een fundamentele waarde: onvoorwaardelijke liefde.

TED Talk | 8 MLN views