#NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander, maar #DTV: Durf Te Vragen - Zo help je je kinderen steeds zelfstandiger te worden, en vol zelfvertrouwen
Het is een van de weken van afgelopen zomervakantie. Milan, Elissa en ik maken samen met opa, een oom, twee neven en een nicht een prachtige fietstocht in de omgeving van Radio Kootwijk, waar we samen aan het kamperen zijn. Tijdens het fietsen denk ik bij Elissa te zien dat ze het fietsen zat is.
COMMUNICATIEASSERTIVITEITVOOR JEZELF ZORGEN
9/18/20195 min read


Hier samen kamperen hebben we al vaker gedaan. En elke keer is de fietstocht weer een feest. Met 2 gehuurde kindertandems en wat gewone fietsen doen we wedstrijdjes. We wisselen steeds van samenstelling, hebben de prachtigste gesprekjes terwijl we door de mooie bossen fietsen, langs duinen en bloeiende paarse heide. Het is vandaag een aangename dag: lekker warm, een klein zuchtje wind, en af en toe een kort verkoelend buitje.
We komen onderweg onverwacht een kudde Wisenten tegen, die we uitgebreid bekijken, en zij ons. Na een lekker softijsje, getrakteerd door opa, waarbij we vechten tegen de druppels die er sneller af willen vallen dan wij eten kunnen én tegen de nieuwsgierige wespen, gaan we terug.


Kinderen ruimte geven eigenwijs – en dus zelfstandig – te zijn
Elissa is het voorlaatste stuk op de kindertandem geweest. Nu mag haar neef en fietst zij op een gewone kinderfiets. Als we een stukje onderweg zijn, vraagt ze me vrolijk en verwachtingsvol hoe lang het nog fietsen is. Ze vindt het leuk, maar ik zie aan haar – of denk te zien – dat ze ook hoopt dat het niet heel lang meer is.
Omdat ik inmiddels heb geleerd hoe snel we invullen voor een ander wat die waarschijnlijk denkt of wil – maar we het vaak bij het verkeerde eind blijken te hebben – en hoe snel we er regelmatig van uit gaan dat anderen wel weten wat wij denken en willen – terwijl die meestal geen flauw benul hebben – probeer ik het tegenwoordig niet meer in te vullen, maar na te vragen.
Dus ik vraag Elissa of ze hulp nodig heeft en ik haar moet duwen, maar dat is niet nodig. Als we weer een stukje verder zijn, vraag ik het opnieuw, en nee, dat is nog steeds niet nodig. Elissa is 7, en heerlijk eigenwijs en zelfstandig. Ze heeft een sterk lijf en houdt wel van een uitdaging. En net als haar moeder op die leeftijd – en nog steeds – wil ze dingen zelf doen. Daar geef ik graag ruimte aan!
Leerzaam verwarrend: iets niet (90%) en toch ook wel (10%) willen
Een stukje verderop stop ik even om mijn jas op m’n bagagedrager te doen. Het is na weer een verkoelende regenbui ineens veel te warm met een regenjas aan. De twee tandems uit ons gezelschap halen mij in en ik fiets vervolgens achteraan. Ik ben nu een stuk achter Elissa en vraag me af of ze moe aan het worden is of dat ze een duwtje nodig heeft. De fietstocht terug is langer dan verwacht en ik vermoed dat Elissa er wel een beetje klaar mee is. Mijn moederhart wil voor haar zorgen, de anderen inhalen, en haar duwen. Maar dan herinner ik me ineens een andere fietstocht, waar ik haar meermalen vroeg of ze geduwd wilde worden, ze steeds “Nee” zei, en ze bij thuiskomst boos was, omdat ik haar niet had geduwd toen ze het op een gegeven moment wél wilde. Ik had haar toen gevraagd waarom ze dat dan niet vroeg; “omdat ik boos was op je! Omdat je Milan de hele tijd duwde en dat vond ik niet eerlijk!” “Ah, dus je voelde 90% dat je niet geduwd wilde worden omdat je boos was, maar 10% van je wilde stiekem toch wel geduwd worden?” Ze keek naar me op met een gezichtje vol tranen en dankbaarheid, omdat ik haar had begrepen en haar had geholpen zelf te snappen dat je meerdere gevoelens tegelijk kunt voelen, hoe verwarrend dat is en dat je daar wijs uit kunt worden.


#DTV: Spreek uit wat je wilt, in plaats van te verwachten dat anderen dat wel snappen
Aan Elissa’s fietshouding zie ik ook nu – of nee: ik denk te zien – dat ze weer in zo’n situatie zit: te volhardend en koppig om om hulp te vragen, maar eigenlijk wil ze wel geduwd worden. Ik sta op het punt om de anderen in te halen en naar haar toe te fietsen en te helpen, als opa aan haar vraagt of het goed gaat met fietsen. Ze knikt kort ‘ja’ (meestal als het echt goed gaat zégt ze “ja”, als ze ‘ja’ knikt, is het meestal eigenlijk een “nee”), en fietst stilletjes door. Ik voel m’n moederhart naar haar uitgaan, maar bedenk me ineens: het is zoveel waardevoller voor haar als ik haar kan leren haar behoeftes uit te spreken en om hulp te vragen in plaats van in deze modus te blijven waarin zij verwacht dat anderen wel aanvoelen wat ze nodig heeft en dat uit zichzelf geven. Dus ik hou me in, met heel veel moeite, en blijf fietsen waar ik fiets. Zowel opa als oom vragen haar nog een aantal keren of het gaat en of ze hulp nodig heeft, maar het antwoord blijft geknikt, en ze fietst koppig door.
Boos en verdrietig tegelijk
Als we eindelijk bij de camping aankomen, rent ze zonder een woord te zeggen naar onze tent en ritst alles dicht. M’n broer en vader kijken me vragend aan, maar ik glimlach “komt wel goed”. Ik vraag Elissa of ik de tent in mag komen. Ze mompelt een “nauwelijks hoorbare “okay….”. Ik vraag haar wat er aan de hand is. In tegenstelling tot de vorige keer – want ze weet inmiddels dat ik doorvraag tot ze vertelt wat er is, en dat haar emoties ruimte geven enorm oplucht – laat ze nu haar koppigheid snel varen. De tranen komen naar boven, ze vertelt dat ze boos en verdrietig tegelijk is. Ik vraag of het te maken heeft met de fietstocht, of ze toch door me geduwd had willen worden. Ze knikt.
NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander
En dan vraag ik haar hoe ik dat had moeten weten; ik had haar tenslotte al meermalen gevraagd of ik moest duwen, en dat hoefde niet. En haar opa en oom hadden gevraagd of het goed ging, en ze had ‘ja’ geknikt. “Wij weten niet wat je in je hoofd denkt, wat je wilt, of wat je voelt. Dat weet alleen jij. Dus als je je alleen voelt, of moe bent, en hulp nodig hebt, zul jíj dat moeten zeggen. Pas dan weten we dat. Ik help je met alle liefde, en opa en je oom ook, maar jíj bent degene die weet wanneer je dat nodig hebt, dus jíj bent degene die erom zal moeten vragen. Snap je dat?” Een tikje beschaamd, maar ook hoopvol en blij kijkt ze naar me op. Ik zie haar op dat moment echt een flinke mentale groeisprong maken. Ik zie een vastberadenheid in haar blik, en een optimisme: ze heeft net iets geleerd waardoor ze weer meer grip op het leven heeft!
De benefits van een lange-termijn-aanpak van het ouderschap
Daar deed ik het voor. Me zo inhouden naar haar toe te fietsen en háár te vragen of ze hulp nodig heeft, kostte me flink wat zelfbeheersing. Maar dat zou een korte termijn oplossing zijn geweest. Nu heb ik haar aan een lange-termijn oplossing geholpen. En dat is tenslotte mijn rol als moeder: mijn kinderen helpen zichzelf te gaan redden in deze wereld. Dat doe ik niet door alle tegenslagen en verdriet en pijn te voorkomen en voor ze op te lossen. Maar door ze de kans te geven hun hoofd te stoten, zelf oplossingen te vinden, zelf om hulp te vragen en te krijgen, en zo hun eigen kracht te vinden. Ze weten dat ik er altijd voor ze ben als ze me nodig hebben, maar ook dat ik ze zoveel mogelijk zelf wil laten doen, zodat ze steeds meer toegroeien naar zelfstandig en zelfverzekerd in de wereld staan.