Hoe een flinke storm bijdroeg aan de groei van veerkracht van mijn dochter
Ik ben met Milan bij de huisarts als ik gebeld wordt door Elissa; ze is in tranen. Het is donderdag 2 november; de dag dat het in Nederland zo hard stormt dat we code rood hebben. Elissa is niet bang aangelegd, houdt wel van herfstweer. Maar nu is ze echt even in paniek.
LEVENSLESSENVEERKRACHT
1/25/20247 min read


Eén van de stevige herfststormen raast over Nederland. Code rood. Naar school gaan was tijdens code geel en dus prima te doen, maar in de loop van de middag is de wind steeds sterker geworden. Het stormt zo hard, dat de normaal moedige Elissa bang is. Bang van haar fiets te waaien en te vallen onderweg van school naar huis (wat al een beetje was gebeurd). En dat er een boom op haar kan vallen. “En ik voel me nu weer zo bang als een paar weken geleden, toen met die man die mensen heeft doodgeschoten in dat huis vlakbij school en in het ziekenhuis.” Ach meiske toch, zo logisch dat die angst nu ook opspeelt. Ik vertel haar dat ik eraan kom en hoor dat dat haar kalmeert.
Elissa is best een durfal, maar ze heeft in haar leven al een paar dingen meegemaakt die een grote impact op haar maakten; Met haar fietsje in een vijver belanden toen ze 4 was en nog geen zwemdiploma had (gelukkig had ze wel net leren watertrappelen en was ik in de buurt). Daardoor is ze – ondanks dat ze een waterrat is - nog steeds bang voor fietsen of lopen langs een vijver of sloot of rivier. Met ca 6 jaar over de kop gevlogen doordat haar voet in het voorwiel van haar vaders fiets kwam en deze geblokkeerd raakte. Haar vader hield er een vervelende breuk aan over, Elissa godzijdank slechts een flinke schaafwond. En sindsdien een grote angst voor snel fietsen, zeker van hellingen af (ze reden een brug af).
En nu dus ook de ongrijpbare angst van iemand die ergens in de buurt is en zomaar mensen doodschiet. Haar school ligt namelijk in dezelfde straat, slechts 200 meter bij het woonhuis vandaan waar op 28 september mensen zijn doodgeschoten. En op 850 meter van het ziekenhuis. Overal om haar school was onrust, angst, politie en helikopters. En niemand die precies wist wat er speelde, waarom, wie het was.
Overal was de weg afgezet, omdat het nog onbekend was waar de schutter was. De meeste kinderen bleven op school, omdat deze niet naar huis konden komen. Elissa had me na schooltijd gebeld hoe het met paardrijden moest, nu ze niet naar huis kon komen om zich om te kleden; die route was afgezet vanwege alles wat er op dat moment gebeurde in het ziekenhuis. Ik adviseerde haar rustig om gewoon rechtstreeks naar paardrijden te gaan, een route weg bij het Erasmus MC en de afgezette wegen vandaan. Dat leek me prima te doen. En blijkbaar mocht dat ook van school en de politie. Ik had toen nog niet gehoord waar dat woonhuis was - en dus niet door dat het zo ontzettend dicht bij haar school was.
Dus zij ging op pad. Ze hield zich groot, fietste flink door en alles ging goed. Maar naderhand vertelde ze dat ze ook heel bang was geweest; omdat de schutter nog niet was gevonden en ze hem dus onderweg tegen had kunnen komen. Ze bekeek iedere man die ze tegen kwam met argwaan. Want wie weet was hij het wel. En wie weet wat hij dan met haar zou doen…
Toen Elissa ’s avonds thuis kwam hebben we het rustig over de ingrijpende gebeurtenis van de dag gehad. Gepraat, geknuffeld en zo de spanning eruit laten lopen.
Milan vond het ook heftig; hij was die dag nog even langs gegaan bij zijn oude school, die naast de ingang van het ziekenhuis ligt. Als hij 15 minuten later naar huis was gegaan, had hij net als alle leerlingen daar de rest van de dag in de school moeten blijven, omdat het te gevaarlijk was om naar buiten te gaan. En toen hij van school naar huis ging, had hij de dader tegen ook kunnen komen. Wow.
Na deze heftige dag hebben we het er eigenlijk nauwelijks meer over gehad, maar nu speelt het bij Elissa weer op. Zo begrijpelijk. Als je stevige stresssituaties hebt gehad – en zeker als ze zo ongrijpbaar voor je waren; met weinig of geen invloed op de uitkomst – is die oude stress weer snel geactiveerd en versterkt door de nieuwe stress. Dubbele impact dus…
De huisarts vraagt of het goed gaat met Elissa; ze hoorde de tranen in haar stem door de telefoon heen. Ik vertel haar over Elissa’s paniek door de storm en angst voor omvallende bomen. “Pas alsjeblief goed op. Probeer uit de buurt van bomen te blijven als het maar enigszins kan.” drukt ze me op het hart. “Een vriendin van mij is haar moeder en oma verloren omdat die onder een omgewaaide boom terecht kwamen.” Dat ben ik zeker van plan.
Ik pak de tram en binnen 10 minuten ben ik bij Elissa. Het water langs de kade heeft woest golven en vreemde wervelwinden. Als je niet al onrustig was, zou je dat hier wel van worden. Het voelt spooky. Elissa is inmiddels weer gekalmeerd en ik voel haar nog verder ontspannen als ik haar even stevig vasthou en knuffel. Samen lopen we richting huis. Af en toe moeten we haar fiets met vier handen vasthouden omdat hij door de wind alle kanten opgeduwd en -getrokken wordt.
Ik complimenteer haar met het feit dat ze actie heeft genomen – mij bellen en om hulp vragen – en dat ze ook haar tranen van spanning gewoon heeft laten lopen. Sinds ik ben begonnen met mijn Veerkracht Project ben ik extra bewust van hoe belangrijk dat is voor het verwerken van stress en het opbouwen van veerkracht / resilience. Daarna maken we samen een plannetje voor welke route we het beste terug kunnen lopen; met zo min mogelijk bomen.
Al lopend ontvouwt zich een prachtig gesprek over wat stress met je doet; dat je brein door stress verandert van slim en probleemoplossend naar niet meer goed kunnen nadenken en alleen nog maar willen vluchten, vechten of verstijven – reacties die nog komen uit de oertijd en toen effectief waren als je oog in oog stond met een leeuw, maar niet met de meeste van de huidige stresssituaties. Ook leg ik haar uit wat je eraan kunt doen om je brein weer goed te laten werken, zodat je weer helder kunt nadenken over een oplossing. En hoe ik dat zelf een keer heb ingezet.
Jaren geleden was ik bij een conferentie met allemaal workshops en dus de hele dag door op allerlei plekken in het grote gebouw. Aan het eind van een dag bleek mijn telefoon kwijt ineens kwijt te zijn. Ik moest hoognodig mijn kleine kinderen ophalen, maar eerst moest die telefoon terug gevonden worden, want anders werd de kans dat ik hem weer zou vinden behoorlijk klein.
Ik voelde de inventiviteit van mijn brein in rap tempo wegsijpelen. Paniekerig vroeg ik wat mensen die er rondliepen of zij hem hadden gezien, maar nee. Ik begon al aardig radeloos te worden. Toen herinnerde ik me dat paniek en stress je brein oogkleppen opzet, helder nadenken lukt gewoonweg niet meer. De enige manier om oplossingen te kunnen bedenken was door te zorgen dat ik weer rustig werd.
Ik deed wat rustgevende ademhalingen, bedacht me dat de wereld echt niet zou vergaan als ik die telefoon niet terug zou vinden. En dat ik met logisch nadenken vast een oplossing zou vinden. Ik voelde mijn lijf ontspannen en mijn brein weer scherper worden. “Waar ben ik allemaal geweest?” In mijn hoofd ging ik alle ruimtes na waar de workshops waren geweest. En ineens herinnerde ik me dat mijn telefoon uit mijn broekzak dreigde te vallen, ik hem tussen mijn benen op de stoel had gelegd en hem daarna misschien was vergeten. Ik liep terug naar die ruimte en jawel, daar lag hij achter de klapstoel. Toen ik even later door de hal naar buiten liep, werd ik door diverse mensen aangesproken. “Heb je hem nog gevonden?” “Ja” kon ik blij antwoorden. Allemaal waren ze verbaasd dat ik mezelf zo rustig had weten te krijgen en hem daarmee terug had weten te vinden.
Dan komt ook een oudere herinnering bij me naar boven; dat ik met mijn broer, zijn 3 kinderen en mijn 2 kinderen (Elissa 3, Milan 6 jaar) in Vietnam was. We waren door een taxi afgezet bij een toeristische attractie. En terwijl die wegreed, bedacht ik me ineens dat achterin de taxi nog 2 rugzakken lagen. Waaronder die van mijn broer. Met alle paspoorten. Ook toen hielp diep ademhalen en zo rustig mogelijk een plan bedenken. Binnen een half uur hadden we de rugzakken terug. “Dat weet ik nog!” zegt Elissa. “Dat was echt spannend! Want anders konden we niet meer terug naar Nederland!” “Nou, dat was echt wel gelukt, maar het was wel een klus geweest. Dat heb ik een keer in Noorwegen gehad.” Terwijl we verder lopen vertel ik dat verhaal, van een flinke tegenslag maar dat toch weer op z’n pootjes terecht kwam.
Even later kijk Elissa me ineens met glimmende ogen aan: “Ik had laatst ook zoiets! Toen was ik de sleutel van mijn kluisje kwijt. Dat vond ik heel vervelend, want dan zouden we €20 voor een nieuwe moeten betalen. Maar toen ging ik heel rustig nadenken waar hij zou kunnen zijn gevallen. Na mijn lesuur ben ik snel naar die plek gegaan. Ik had in het raamkozijn gezeten en hij was achter de verwarming gevallen. Daar zou ik anders nooit gezocht hebben, maar omdat ik rustig nadacht, wist ik bijna zeker dat het daar moest zijn geweest. En daar lag hij inderdaad.” Ik voel trots dat zij haar zelfbeheersing zo goed had weten te bewaren en actief over een oplossing was gaan nadenken.
Even lopen we stil en blij naast elkaar. Dan vraagt ze me: “Vind je het vervelend dat je me moest komen ophalen?” “Nee hoor” zeg ik haar. “Ik vind het juist heel goed dat je hulp hebt gevraagd toen je dat echt even nodig had. Dat doen veerkrachtige mensen - mensen die goed weer omhoog weten te veren na tegenslagen. Ze geven hun emoties de ruimte, vragen vervolgens om hulp als ze dat nodig hebben en bedenken dan een plan van aanpak om het probleem stapje voor stapje op te lossen. En dat is precies wat jij vandaag hebt gedaan.”
Ze kijkt blij en trots. Het moment van een flinke tegenslag werd een moment van groei in oplossingsvaardigheden, kennis en zelfvertrouwen. Zo mooi.